Een te lage bloedsuikerspiegel wordt hypoglycaemie of hypoglykemie genoemd.
Glucose is een van de belangrijkste stoffen in het lichaam. Glucose regelt de levering van energie door het lichaam, met name in de hersenen: die werken volledig op glucose. Het is dus logisch dat een te laag glucosegehalte voor verschillende lichamelijke en psychische klachten kan zorgen.

Om te begrijpen hoe dit lage glucosegehalte voor lichamelijke klachten zorgt, is het belangrijk om te beginnen met een stukje biologie. Het bloedsuikergehalte wordt uitgedrukt in millimol per liter (mmol/l). Bij gezonde volwassenen is het bloedsuikergehalte ongeveer 5 mmol/l. Een schommeling tussen 3,5 mmol/l en 6,5 mmol/l is gemiddeld. Na de maaltijd stijgt het glucosegehalte, en het daalt een aantal uur na de maaltijd. Wanneer het glucosegehalte te laag is, wordt er gesproken van hypoglykemie[1]. Het glucosegehalte is dan onder de 3 mmol/l. Dit veroorzaakt verschillende lichamelijke klachten.

Inhoudsopgave

De bloedsuikerspiegel blijft voornamelijk op peil door voedsel en het hormoon insuline

Insuline wordt gemaakt in de alvleesklier. Het eten van koolhydraten zorgt ervoor dat glucose wordt vrijgemaakt uit de koolhydraten in de voeding. Deze koolhydraten komen via de darmwand in de bloedbaan terecht en zorgen hier voor een stijging van het glucosegehalte. Het bloed vervoert deze glucose naar de cellen die het nodig hebben, die het vervolgens verbranden.

Door deze stijging van het bloedsuikergehalte krijgt de alvleesklier het signaal om insuline te maken

Insuline is een hormoon dat afhankelijk is van de suikerconcentratie in het bloed. De cellen hebben namelijk insuline nodig om glucose goed te kunnen opnemen en verwerken. Insuline zorgt ervoor dat de cellen glucose goed opnemen. Ook zorgt insuline ervoor dat het lichaam een voorraadje glucose kan aanleggen in de lever en spieren. Dit opgeslagen glucose wordt glycogeen genoemd. Deze werking zorgt ervoor dat het glucosegehalte van het bloed daalt.

Ook vormt het lichaam zelf glucose. Bij een te laag bloedsuiker gaat het lichaam de hormonen adrenaline en glucagon aanmaken. Deze hormonen zorgen ervoor dat het opgeslagen glycogeen omgezet wordt tot glucose, of dat glucose gevormd wordt uit eiwitten en vetten. Bijvoorbeeld bij een koolhydraatvrij dieet, wanneer iemand geen suikers binnenkrijgt.

Hiernaast speelt het mineraal chroom een belangrijke factor in de suikerhuishouding van het lichaam. Chroom kan glucose binden en zorgt er dus voor dat glucose uit het bloed opgenomen kan worden, en elders afgegeven kan worden.

Glucose en het glucosegehalte hebben dus een grote invloed op het functioneren van het lichaam. Glucose is de motor die het lichaam laat draaien. Het is dan ook logisch dat de symptomen van hypoglykemie ernstig kunnen zijn. Er is immers niet genoeg glucose beschikbaar.

Hypoglycaemie kent verschillende symptomen

De meest voorkomende symptomen zijn:

  • Chronische vermoeidheid, die soms zo erg kan zijn dat functioneren niet meer mogelijk is.
  • Duizeligheid
  • Trillen
  • Transpireren
  • Bleek zien
  • Dubbel zien
  • Het koud hebben
  • Hartkloppingen of een snelle hartslag
  • Psychische klachten: depressie, huilbuien, angst, slapeloosheid en irritatie
  • Concentratieproblemen
  • Tintelingen
  • Eetbuien, waarbij vaak veel zoet gegeten wordt
  • Gapen

Deze symptomen zijn direct het gevolg van het te lage bloedsuikergehalte, maar ook het gevolg van de aanmaak van adrenaline in het lichaam. Adrenaline heeft namelijk ook lichamelijke en psychische effecten. Wanneer het glucosegehalte daalt tot onder de 2,8 mmol/l, ontstaan er naast lichamelijke symptomen ook neurologische en psychische klachten. De hersenen zijn namelijk direct afhankelijk van glucose, en kunnen geen voorraad glucose aanleggen. Wanneer het bloed niet genoeg glucose aanvoert, kunnen de hersenen en het zenuwstelsel hun taken dus niet goed uitvoeren.

De klachten van hypoglykemie lopen dus nogal uiteen. Er kan een groot verschil zijn in ernst van de symptomen. Dit verschilt van persoon tot persoon. Sommige mensen hebben maar lichte klachten. Bij ernstige gevallen van hypoglykemie is het niet meer mogelijk om te werken, of om op een andere manier deel te nemen aan de maatschappij. Hypoglykemie is dus zeker een ziekte die veel gevolgen heeft.

Wie kunnen hypoglykemie krijgen?

Kort gezegd: iedereen kan last krijgen van hypoglykemie. Er zijn weinig mensen die nog nooit een ‘appelflauwte’ hebben gehad. Wel zijn er enkele groepen die extra gevoelig zijn voor hypoglykemie, of groepen bij wie hypoglykemie zich op een andere manier uit, bijvoorbeeld ouderen.

Kinderen zijn gevoelig voor lage bloedsuiker

Kinderen hebben relatief grote hersenen voor hun lichaam, en gebruiken dan ook meer glucose. Met name voor de hersenontwikkeling, maar zeker ook voor de dagelijkse activiteit.

Baby’s, en dan met name pasgeboren baby’s en te vroeg geboren baby’s (neonaten) zijn ook erg gevoelig voor schommelingen in hun bloedsuikerspiegel. Relatief hebben zij nog grotere hersenen dan kinderen. Te vroeg geboren baby’s krijgen vaak veel verschillende soorten medicatie, en zijn in sommige gevallen niet gezond. Dit kan ervoor zorgen dat het kleine, fragiele lichaam van zo’n baby de suikerhuishouding niet goed op peil kan houden. Baby’s moeten worden gevoed volgens een voedingsschema, om dit soort klachten te voorkomen en ervoor te zorgen dat de baby genoeg voedingsstoffen binnenkrijgt.

Ook zwangere vrouwen zijn gevoelig voor hypoglycaemie tijdens de zwangerschap

Dat is logisch, het lichaam heeft immers meer voedingsstoffen nodig om moeder en kind goed te kunnen voeden. Deze klachten kunnen echter ook optreden als symptoom van zwangerschapsdiabetes. Ernstige en langdurige hypoglykemie[2] kan invloed hebben op de foetus. Dit komt gelukkig niet vaak voor. Over het algemeen wordt de glucosespiegel goed in de gaten gehouden tijdens de zwangerschap. Ben je zwanger en heb je vaak last van hypoglykemie, overleg dan altijd met je gynaecoloog of verloskundige.

Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat ouderen relatief vaak last hebben van hypoglykemie

Een van de oorzaken hiervan is dat ouderen vaker diabetes hebben, vaak meerdere aandoeningen onder de leden hebben en verschillende medicijnen gebruiken. Er is in sommige gevallen ook sprake van vormen van dementie of verkeerde voeding: ondervoeding of van voedingspatronen die niet altijd even gezond zijn[3].

De symptomen van hypoglykemie bij ouderen boven de 75 jaar zijn anders dan bij jongere volwassenen

Veel van de symptomen zijn milder en niet specifiek voor hypoglykemie. Hierdoor worden de symptomen, en vooral als deze gepaard gaan met agitatie en gedragsveranderingen, vaak gemist of verkeerd gediagnosticeerd als bijvoorbeeld een stoornis aan het evenwichtsorgaan, een delirium of dementie.

De consequenties van hypoglykemie bij ouderen kunnen groot zijn. Ze verliezen vaak sneller lichamelijke functie door de klachten, en worden sneller afhankelijk. Ouderen met hypoglykemie vallen sneller door hun klachten, met de nodige gevolgen, en lopen meer risico op dementie en sociale isolatie.

De tips in dit artikel zijn in de eerste plaats geschreven voor gezonde volwassenen. Neem bij twijfel over je gezondheid altijd contact op met je huisarts.

Hypoglycaemie en diabetes

Hypoglykemie kan ook voorkomen bij diabetespatiënten. Er wordt dan ook wel eens gesproken van een hypo. Een diabetespatiënt kan last krijgen van een hypo wanneer hij of zij niet goed is ingesteld op de medicatie, of teveel insuline heeft gespoten. Hij of zij krijgt dan acuut last van een lage bloedsuiker.

Bij diabetes zijn hypo’s meestal acuut

Het is ook mogelijk om flauw te vallen door een hypo bij diabetes. Vaak voelen mensen met diabetes een hypo wel aankomen, maar dat is niet altijd het geval.

Een hyper is het tegenovergestelde van een hypo

Hypers komen over het algemeen alleen voor bij patiënten met diabetes. Het bloedsuiker komt dan boven de 10 mmol/l. Het lichaam uit dit in vermoeidheid, veel plassen, veel drinken, dorst en humeurigheid. Ook kan de adem naar aceton gaan ruiken. Er moet dan insuline bijgesloten worden[4]. Een hyper kan leiden tot ernstige complicaties, en het is dan ook nodig om meteen medische hulp in te schakelen.

Omdat hypo’s en hypers bij diabetes tot complicaties kunnen leiden, is het bij diabetes van belang dat je altijd de adviezen van je behandelend arts en diëtist opvolgt. Bijvoorbeeld wanneer je zelf je dieet wil aanpassen.

De oorzaken van hypoglycaemie

Een te laag bloedsuikergehalte kan verschillende oorzaken hebben. Soms komt het omdat mensen een streng dieet volgen of door een andere oorzaak niet genoeg voedingsstoffen binnenkrijgen. Sommige mensen krijgen hypoglykemie omdat ze te veel suiker eten, of te veel koffie en alcohol nuttigen. Door deze stoffen vinden er grote schommelingen in het bloedsuiker plaats.

Hypoglycaemie Symptomen

De reguliere en natuurlijke geneeskunde zijn het eens over de relatie tussen voeding en hypoglycaemie. Het nuttigen van veel snelle koolhydraten is een van de belangrijkste veroorzakers van een te laag bloedsuikergehalte. Snelle koolhydraten zijn voedingsmiddelen die korte, simpele koolhydraatketens bevatten. Dit zijn voedingsmiddelen met een hoge glycemische index. Denk dan aan alle zoete levensmiddelen: siropen, honing, snoep en koek en grote porties fruit.

Ook sterk bewerkte voedingsmiddelen, zoals fastfood, kunnen hypoglykemie veroorzaken

Deze voedingsmiddelen zijn sterk bewerkt en missen de nodige voedingsvezels. Omdat vezels invloed hebben op de tijd die voedingsmiddelen in de darmen doorbrengen, is dit van invloed op het glucosegehalte in het bloed.

Deze voedingsmiddelen worden veel sneller afgebroken tot glucose in het lichaam. Dit zorgt voor een snelle en hoge stijging van het glucosegehalte. Hierdoor gaat het lichaam veel insuline aanmaken. Als het bloedsuiker op dat moment al aan het dalen is, zorgt het hoge insulinegehalte ervoor dat het glucosegehalte nog meer gaat dalen, met een te laag bloedsuikergehalte als resultaat.

Ook kan lage bloedsuiker veroorzaakt worden door stress

Bij langdurige en heftige stress produceert het lichaam veel adrenaline. Dit stresshormoon zorgt ervoor dat er een ‘fight-or-flight’-reactie in het lichaam wordt opgestart. Het lichaam komt dan in een staat van paraatheid. De adrenaline zorgt ervoor dat er meer glucose wordt vrijgemaakt dan normaal. Dit zorgt voor een aanmaak van te veel insuline, waardoor het bloedsuikergehalte verder daalt dan goed is.

De aanmaak van adrenaline wordt ook gestimuleerd door koffie, thee en cacao. Tabak verhoogt het bloedsuikergehalte. Alcohol bevat veel koolhydraten: alcoholgebruik kan dus ook hypoglykemie veroorzaken.

Hiernaast wordt hypoglykemie vaak vastgesteld bij andere aandoeningen. Denk dan aan bepaalde stapelingsziekten en aandoeningen van de alvleesklier. Er wordt dan teveel insuline geproduceerd. Ook komt hypoglykemie voor bij mensen die last hebben van een allergie of van systemische candidiasis.

Hoe wordt te lage bloedsuikerspiegel vastgesteld?

De klachten van hypoglykemie zijn uiteenlopend. Wanneer een patiënt met deze klachten bij de reguliere dokter komt, zal er dus eerst een basis bloedonderzoek worden gedaan, naar bijvoorbeeld de ontstekingswaarden en het ijzergehalte in het bloed. Ook kan het nuchtere glucosegehalte bepaald worden. Dit gehalte meet echter geen schommelingen in de bloedsuikerwaarde. Wanneer in deze testen niets naar voren komt, kan het voedingspatroon bekeken worden door de arts of een diëtist.

Hiernaast zijn er nog verschillende andere bloedtesten, die hypoglykemie kunnen vaststellen.

  • De verlengde glucose tolerantietest (GTT) is een test waarmee een schommelend glucosegehalte (hypoglykemie) kan worden vastgesteld. Er wordt eerst nuchter glucose gemeten, door middel van een bloedprik. Hierna is het de bedoeling dat de patiënt een glucoseoplossing drinkt. Na het opdrinken van de glucose wordt op verschillende momenten het bloedsuiker geprikt. Deze test kan 5 tot 7 uur duren. De gemeten glucosegehaltes worden uiteen gezet in een grafiek. Met deze test kan dus een ongewone schommeling in het bloedsuikergehalte worden waargenomen.
  • De fructosamine-bepaling en de HbA1c-bepaling zijn testen waarbij bloed wordt geprikt en de hoeveelheid glucose wordt gemeten, die gebonden is aan het fructosamine en hemoglobine in het bloed. Dit is een gemiddelde van de glucosegehaltes over de afgelopen weken. Er wordt dus geen schommeling gemeten.

Natuurgeneeskundigen voegen hier vaak nog een acupunctuurtest of kinesiologisch onderzoek aan toe, en testen ook vaak op candida in het lichaam door middel van een ontlastingsonderzoek.

Hoe behandelt de dokter hypoglycaemie?

Hypoglykemie wordt vaak niet herkend door artsen als ziektebeeld, bij mensen die geen diabetes hebben. Vaak wordt er gedacht dat het om een psychische aandoening gaat, die zich uit in lichamelijke klachten. Vaak wordt een te laag bloedsuikergehalte dus niet eens ontdekt als oorzaak van de klachten. Het bloedsuikergehalte kan gemeten worden door bloed te prikken. Dit nuchtere glucosegehalte zegt weinig over de schommelingen die je gedurende de dag ondervindt.

Er wordt vaak geen verlengde GTT gedaan, waardoor de schommelingen in het bloed niet gemeten kunnen worden. De patiënt wordt dan gediagnosticeerd met bijvoorbeeld het chronisch vermoeidheidssyndroom, een depressie, angststoornis of paniekaanvallen.

In de zeldzame gevallen dat hypoglykemie wel ontdekt wordt door een reguliere arts, kan er vaak niet te veel aan gedaan worden. De behandeling beperkt zich dan tot het aanraden van lichaamsbeweging en een ander eetpatroon. Je wordt bijvoorbeeld doorgestuurd naar een diëtist. In ernstige gevallen geeft de arts een infuus met vitamine B.

Hypoglycaemie natuurlijk behandelen

Natuurlijk is het ook mogelijk om hypoglykemie op een natuurlijke manier op te lossen. Wanneer de natuurarts hypoglykemie vermoedt, kan hij of zij een acupunctuur-onderzoek doen. Milt en Lever zijn dan beiden hyper. Drievoudige verwarmer is ook vaak afwijkend. Wanneer hypoglykemie wordt vastgesteld, wordt vaak bekeken wat de diepere oorzaak is van het schommelende bloedsuikergehalte.

Hypoglycaemie gaat vaak samen met een candida-infectie in het lichaam

Candida is een gist die zich van nature in ons lichaam bevindt. In sommige gevallen kan de gist gaan overwoekeren, wat gezondheidsklachten tot gevolg kan hebben.

Er kan een kinesiologische test op candida plaats vinden, of een ontlasting onderzoek. Ook vindt er vaak onderzoek plaats op overgevoeligheid voor bepaalde voeding.

Door middel van bijvoorbeeld supplementen en dieet wordt het glucosegehalte gestabiliseerd. Dit is een behandeling die de nodige inzet en aanpassingsvermogen vereist. Het kan moeilijk zijn om het dieet in een keer aan te passen. Er kunnen ook terugvallen optreden.

Ook zijn er supplementen beschikbaar die kunnen helpen bij hypoglykemie. B-vitaminen en de mineralen chroom en zink hebben een positieve invloed op de glucosehuishouding in het lichaam. Het nemen van een multivitaminen kan dus gunstig zijn.

Het supplement Glucocare 2.0 kan de hypoglykemie verbeteren. Dit supplement kan gebruikt worden in combinatie met Vitalzym Balance.

Broccoli

Voeding en hypoglycaemie

De relatie tussen voeding en hypoglykemie is uitgebreid onderzocht. De reguliere en alternatieve geneeskunde zijn het er beiden over eens dat voeding een grote invloed heeft op het suikergehalte in het bloed, en op de algemene gezondheid. Je kunt dus zelf aan de slag gaan met je voeding, maar je kunt ook de hulp inroepen van bijvoorbeeld een (orthomoleculair) diëtist.

Het eten van langzame koolhydraten en onbewerkte producten zorgt ervoor dat het glucosegehalte beter op peil blijft

Dit wordt ook wel voeding met een lage glycemische index genoemd. Denk dan aan bruinbrood, pasta, rijst, (beperkt) fruit en noten. Deze voedingsmiddelen bevatten lange ketens koolhydraten, die er langer over doen om afgebroken te worden door het lichaam.

Kies, wanneer dat kan voor biologische en verse fruit en groenten

Deze voedingsmiddelen bevatten nog veel energie uit de plant. Het is vooral goed deze voedingsmiddelen rauw te eten: de energie gaat verloren door het voedsel te lang te koken. Eet dus rauw of kook kort. Ook bevat biologische voeding over het algemeen geen chemische additieven, zoals conserveermiddelen, kleur-, smaak- en geurstoffen. Deze stoffen voegen niets toe aan het lichaam.

Vermijd dus het eten van suikerrijke producten, bewerkte voedingsmiddelen en ongezond eten, zoals koek, snoep, witbrood en fastfood. Kies in plaats daarvan voor bruin brood, volkorenpasta, zilvervliesrijst, noten, groenten en beperkt fruit: voedsel met een lage glycemische index.

Voedingsmiddelen die je beter kunt vermijden zijn:

  • Wit brood, pasta, witte rijst: producten gemaakt van wit meel
  • Fastfood
  • Koek, gebak en snoep
  • Te veel bewerkt eten
  • Verborgen suikers: bijvoorbeeld in sauzen of dressings uit de supermarkt
  • Te grote porties fruit
  • Zoetstoffen zoals honing, druivensuiker of stroop
  • Frisdranken of energiedrank
  • Koffie, thee en chocolade.
  • Alcohol en tabak.

Pas ook op met koffie, thee en chocolade. Vermijd roken en alcohol. Deze genotsmiddelen beïnvloeden de aanmaak van adrenaline, en alcohol bevat veel snelle koolhydraten.

Eet geen voedingsmiddelen waarvoor je een intolerantie of allergie hebt.

De manier van eten is ook van belang bij het stabiliseren van het glucosegehalte. Wanneer het glucosegehalte erg schommelt, is het verstandig om meerdere kleine maaltijden te verdelen over de dag. Hiermee voorkom je grote schommelingen. Eet drie hoofdmaaltijden en vier kleinere maaltijden per dag. Splits dus je maaltijden op, zodat je niet teveel eet. Door het splitsen van maaltijden schommelt het glucosegehalte minder snel.

Ook is het goed om niet te snel te eten. Goed kauwen is namelijk belangrijk voor een goede spijsvertering. Eet rustig en beheerst: stress en emotie tijdens het eten is niet goed voor het lichaam.

Denk hiernaast ook zeker aan lichaamsbeweging. Voldoende beweging reguleert het glucosegehalte en is goed voor de algemene gezondheid van je lichaam.

Samengevat, is het dus belangrijk dat je let op de volgende zaken:

  • Kies voor voedsel met langzame koolhydraten.
  • Kies voor ongeraffineerde producten.
  • Vermijd zoetigheid, druivensuiker en te veel fruit.
  • Vermijd chemische geur-, kleur- en smaakstoffen.
  • Verse voeding verdient de voorkeur. Kies voor biologisch waar dat kan.
  • Eet geen voedingsmiddelen die allergieën veroorzaken.
  • Zorg ervoor dat je voldoende vitaminen en mineralen binnenkrijgt.
  • Eet rustig en beheerst.
  • Verdeel je maaltijden regelmatig over de dag.
  • Eet genoeg vezels.
  • Drink niet te veel tijdens het eten.
  • Genoeg lichaamsbeweging.
  • Vermijd koffie, thee en chocolade. Drink en rook niet.

Het is dus zeker mogelijk om iets te doen aan de klachten van hypoglykemie. Aangezien hypoglykemie meer een wisselend suikergehalte is dan een voortdurend laag suikergehalte, is het mogelijk om met een aanpassing van je eetpatroon en levensstijl goede resultaten te behalen, samen met de nodige vitaminen, mineralen en supplementen die je daarbij kunnen ondersteunen. De kunst is om ervoor te zorgen dat de schommelingen in het suikergehalte niet meer extreem zijn, maar tot een goed gemiddelde komen.

Bronnen:

  1. https://www.nejm.org/doi/pdf/10.1056/NEJM199904153401510
  2. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/8379913
  3. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4365959/
  4. https://www.diabetesfonds.nl/over-diabetes/dagelijks-leven/hypo-s-en-hypers
  5. http://ericvanschijndel.nl/web/academie/1318236809/Academie-NL